Jij kan het zo leuk vertellen! Maar dan….

Wellicht herken je het. Je bent een ervaren call agent of supervisor/teamleider en aan jou wordt gevraagd of je de nieuwe medewerkers wil opleiden, want…..

jij kan het zo leuk vertellen
jij werkt hier al heel lang
jij weet zo veel over dit project
jij bent de specialist
jij behaalt vaak goede resultaten in je gesprekken

Mooie complimenten, je ego is gestreeld en je zegt ja.

Maar dan komt de vraag; hoe pak je dit aan? Wat vertel je de nieuwe medewerkers? En wat niet? Waarmee laat je je agents oefenen? Hoe ga je om met deelnemers in je groep die zich vervelen, die de hele tijd met hun mobieltje aan het spelen zijn of ‘gewoon’ geen zin hebben?

Vragen en situaties die in de voorbereiding en tijdens een training naar voren kunnen komen.

Trainen is een vak

Trainen is iets anders dan kennis overdragen en iets vertellen. Trainen is een vak. Het leukste vak dat er is, als je het mij vraagt. Het vak trainen houdt in dat je in staat bent om op een structurele manier kennis, vaardigheden en gedrag te leren aan je deelnemers, waar ze écht iets aan hebben in de praktijk.

Daarom geef ik je alvast 5 essentiële tips ter voorbereiding op je training:

1. Bepaal het doel van je training

Wat moeten de deelnemers na jouw training weten, kunnen en welk gedrag hoort hierbij? Als je hier van te voren over na denkt en het doel op papier zet, krijgt de training structuur. Deze structuur zorgt ervoor dat je weet welke onderwerpen aanbod komen, hoeveel tijd dit in beslag neemt en hoeveel tijd je in totaal nodig hebt. Daarnaast gebruik je het doel van de training als leerdoel voor je deelnemers. Dat maakt de training doelgericht.

2. Afwisseling en interactie

Zorg voor voldoende afwisseling van theorie en praktijk. Maak gebruik van didactische werkvormen. Deze werkvormen hebben o.a. als doel de theorie in de praktijk te oefenen of om te reflecteren. Uit onderzoek blijkt namelijk dat we het volgende onthouden:

10% van wat we lezen
20% van wat we horen
30% van wat we zien
50% van wat we horen en zien
70% van wat we met anderen bespreken
80% van wat we evalueren en nabespreken
90% van wat we anderen uitleggen

Wil jij dat de onderwerpen uit de training blijven hangen bij je deelnemers, zorg dan voor voldoende interactie!

3. Zorg dat je praktijkvoorbeelden ook écht uit de praktijk komen

Klinkt misschien logisch, maar vaak is dit niet het geval. Verzamel tijdens je werk als agent of supervisor cases uit de praktijk (bijvoorbeeld een gesprek met een boze klant, de fases in een retentiegesprek of mooie afsluiters) en gebruik deze cases in je training. Dit maakt je training leuker en hierdoor kunnen deelnemers de link tussen de training en de werkvloer sneller leggen en toepassen in de praktijk.

4. Alle randzaken op orde

Zorg voor een frisse, opgeruimde trainingsruimte met voldoende facilitaire middelen. Is er een flip-over met papier, zijn er stiften aanwezig, een rol plakband om de flip-overvellen op te hangen. Heb je schrijfblokken en pennen? Is in de trainingsruimte een werkende beamer aanwezig? Het is voor jou als trainer in spé erg prettig als je alle randzaken op orde hebt, zodat je tijdens de training alle aandacht voor de groep hebt.

5. Plezier!

Als je de eerste 4 tips hebt toegepast en je staat voor de groep, sta daar met plezier, enthousiasme, focus, lef en lol. Durf werkvormen toe te passen, ga gesprekken aan met de groep over een bepaald onderwerp, sta open voor feedback.

Succes met het voorbereiden van je training!
Volgende keer vertel ik je meer over het kiezen van een passende werkvorm.